Philips heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van studiocamera’s en televisieproductieapparatuur. Vanaf de jaren ’50 en ’60 produceerde Philips hoogwaardige studiocamera’s die wereldwijd werden gebruikt in televisieomroepen. Ze stonden bekend om hun uitstekende beeldkwaliteit en innovatieve technologie, zoals verbeterde beeldbuistechnieken en later de overgang naar digitale technologie.
In de jaren ’70 en ’80 ontwikkelde Philips geavanceerde studiocamera’s die populair waren in Europa en daarbuiten. Hun camera’s boden geavanceerde functies voor die tijd, zoals automatische witbalans en precisie-instellingen, waardoor ze geliefd waren bij professionele tv-studio’s. De camera’s van Philips stonden bekend om hun robuustheid en betrouwbaarheid, wat essentieel was voor live-uitzendingen en studioproducties.
Philips heeft ook mengpanelen ontwikkeld die werden gebruikt in de audio- en omroepindustrie. Deze mengpanelen stonden bekend om hun betrouwbaarheid en gebruiksvriendelijke ontwerpen en waren ideaal voor zowel radio- als televisiestudio’s. Philips richtte zich op het leveren van hoogwaardige audio-oplossingen die aan de behoeften van professionele geluidstechnici voldeden.
De mengpanelen van Philips boden functies zoals meerdere ingangen voor microfoons en andere audiobronnen, ingebouwde versterkers en geavanceerde regelmogelijkheden om de audio-kwaliteit nauwkeurig te beheren. Ze waren vaak modulair van opzet, wat het gemakkelijk maakte om ze aan te passen aan verschillende studio-opstellingen.
Philips ontwikkelde in de jaren ’80 en ’90 de CD-i (Compact Disc Interactive), een innovatief medium dat bedoeld was om de brug te slaan tussen traditionele cd’s en multimedia. De CD-i was een interactief formaat dat gebruikers in staat stelde om niet alleen muziek af te spelen, maar ook video’s, interactieve spellen en educatieve content te bekijken.
Met de CD-i probeerde Philips een nieuw platform te creëren voor entertainment en educatie. De speler kon aangesloten worden op een tv en fungeerde als een vroege vorm van multimedia-apparaat. Dit project liep vooruit op de integratie van interactieve content, en bood toepassingen zoals interactieve encyclopedieën, kookboeken en eenvoudige games.
Philips speelde een cruciale rol bij de ontwikkeling van de DVD (Digital Versatile Disc) in de jaren ’90. Samen met Sony werkte Philips aan de standaardisatie van dit nieuwe optische schijfformaat, dat bedoeld was als opvolger van de cd en videoband. Hun gezamenlijke inspanningen leidden tot de creatie van een medium dat niet alleen een veel grotere opslagcapaciteit had dan de traditionele cd, maar ook een hogere beeld- en geluidskwaliteit kon bieden voor films en multimedia.
De DVD werd snel populair vanwege de verbeterde beeldresolutie en de mogelijkheid om extra functies zoals ondertitels en meertalige audio toe te voegen. Philips’ ervaring en technologische expertise in de ontwikkeling van eerdere optische schijfformaten, zoals de cd en CD-i, waren van groot belang bij het tot stand brengen van de DVD-technologie.