Bi-Ampli radio
In een bi-ampli radio wordt het geluidssignaal gescheiden in twee afzonderlijke frequentiebereiken, meestal laag (bass) en hoog (treble). Elk van deze frequentiebereiken wordt vervolgens afzonderlijk versterkt door twee afzonderlijke versterkers, een voor laagfrequent geluid en een voor hoogfrequent geluid. Dit wordt gedaan om een betere geluidskwaliteit en nauwkeurige weergave van zowel de lage als hoge tonen te bereiken. Het biedt een nauwkeurigere weergave van zowel de lage als hoge tonen, wat resulteert in een rijkere luisterervaring.
Stereoradio
Dit is de eerste stereoradio van Philips.
Stereo is een geluidstechniek die wordt gebruikt om een ruimtelijk geluidsbeeld te maken door gebruik te maken van twee afzonderlijke kanalen. Elk kanaal draagt bij aan de ervaring van diepte en locatie van geluid, wat resulteert in een bijzondere luisterervaring.
Philigraaf
In augustus 1930 komt Philips met een accessoire bij een platenspeler, de ‘Philigraaf’, waarmee in de huiskamer aluminium grammofoonplaatjes kunnen worden opgenomen, de zogenaamde ‘Philigrammen’. De ‘Philigraaf’ is een geleidingsmechaniek dat in combinatie met de Philips grammofoon 2901 of het radiomeubel 2811 kan worden gebruikt. De geleiding van de arm wordt bewerkstelligd door een tweede arm, gekoppeld aan de afspeelarm. De afspeelarm rust op de blanco aluminium plaat terwijl de tweede arm niet meer dan een buis met een naald de inwaartse beweging van een plaat met groef volgt.
Bron: http://www.audioarcheologie.nl
Grammofoons 1930 – 1980
Grammofoons uit deze jaren 1waren populaire muziekspelers die werden gebruikt om vinylplaten af te spelen. Enkele kenmerken van grammofoons uit dat tijdperk zijn de mechanische aandrijving. De meest voorkomende afspeelsnelheden voor grammofoons uit de jaren 1950 waren 33 1/3 toeren per minuut voor LP’s, lange speelduur, 45 tpm voor singles en 78 tpm voor oudere platen.
Grammofoons hadden een toonarm die over de plaat bewoog en een naald die in de groeven van de plaat liep. De trillingen van de naald werden omgezet in geluidssignalen en via een versterker en luidsprekers hoorbaar gemaakt.
De meeste grammofoons uit deze periode boden mono geluidsweergave, stereo geluidssystemen begonnen pas later in de jaren 1950 op te komen.
Tefifon audio cassette
DeTefifon is een geluidsopnamemedium dat werd geïntroduceerd in de jaren 50 van de 20e eeuw. Het was een vorm van een geluidscassette of bandrecorder
Het bestaatuit flexibele spoelen met een waslaag waarin geluid wordt opgenomen door krassen. Het was een kortstondige en weinig bekende stap in de evolutie van audiotechnologie.
Bron: https://wiki.beeldengeluid.nl/index.php/Tefifoon